Campfire cannoli met blauwe bessen


Campfire cannoli met blauwe bessen

Bereiding
  • Verwarm in een pan het citroensap, de rasp, limoncello en suiker op laag vuur. Roer constant tot alle suiker is opgelost. Voeg de eidooiers toe en roer ze er goed door. Blijf roeren tot de curd begint te binden. Haal direct van het vuur, schenk in een kom en laat de limoncello-curd in de koeling opstijven.

  • Los de gist op in het lauwwarme water in een grote mengkom en laat 5 minuten staan. Voeg de melk, boter, eidooiers, het vanillemerg, zout en de suiker toe en roer met een garde goed door elkaar. Voeg als laatste de bloem toe en meng alles zorgvuldig met je handen. Als het deeg te veel aan je handen plakt, voeg je een beetje extra bloem toe. Als het deeg goed gekneed is, dek je de kom af met een vochtige keukendoek en laat je het deeg bij buitentemperatuur in 1½-2 uur rijzen, tot het volume is verdubbeld.

  • Maak een kampvuur terwijl het deeg rijst, zodat je meteen aan de slag kunt als het deeg klaar is. Sla het deeg terug, zodat het compacter wordt.

  • Bestuif een werkblad met bloem en rol hier het deeg op uit tot een rechthoek van circa 7 mm dik.

  • Snijd het deeg in vier lange repen en wikkel deze om het uiteinde van elke stok

  • Rooster het brood al draaiend boven het vuur in 8-10 minuten gaar. Het brood is goed doorbakken als het bruin en knapperig is en door te draaien eenvoudig loskomt van de stok.

  • Verwijder de broodjes van de stokken, vul de holtes met de blauwe bessen en limoncello-curd en bestrooi met de poedersuiker.

Bron

< Terug naar overzicht
Ingrediënten

Voor 4 personen:

Limoncello-curd

  • 5 eidooiers
  • 70 g witte basterdsuiker
  • 50 ml limoncello
  • sap en rasp van 2 citroenen

Brooddeeg

  • 2 el poedersuiker200 g blauwe bessen
  • 375 g bloem, plus extra voor het bestuiven
  • 100 g kristalsuiker
  • 1 tl zout
  • merg van 1 vanillestokje
  • 4 eidooiers
  • 110 g boter, gesmolten
  • 130 ml volle melk
  • 130 ml lauwwarm water
  • ½ el gedroogde gist